DE OVERWINNING OP DE DOOD IN HET OUDSTE INDISCHE DENKEN

2016 
Het is voor degene die zieh niet als Sanskritist bij voortduring met de bronnen van onze kennis van het Oud-Indische geestelijke leven bezighoudt vermoedelijk niet gemakkelijk zieh een grondig en bevredigend oordeel te vormen over de filosofische waarde van die tot ons gekomen werken der Vedische literatuur, die aan de Upanishaden voorafgaan. Immers terwijl bv. de auteur van de nieuwste uitvoerige en meerdelige Geschichte der indischen Philosophie, Frauwallner1, de gehele ,Philosophie des Veda', met inbegrip van de Upanishaden in minder dan 60 bladzijden afdoet waarvan de teksten die aan de Upanishaden voorafgaan ongeveer 4 bladzijden krijgen -en Von Glasenapp2 in een ander betrekkelijk recent werk aan Veda en Upanishaden 25 van de bij na 500 bladzijden geeft, had destijds Paul Deussen3 het gehele eerste deel (326 bl.) van zijn grote driedelige Studie over het Indische denken nodig om de voor-Upanishadische periode te behandelen en het tweede (368 bl.) om de Upanishaden zelf te beschrijven. Is dit grote verschil in aandacht uitsluitend te verklaren uit een verschillende mate van waardering van de oudste bronnen (met of zonder de Upanishaden) in het kader van de gehele geschiedenis van het Indische denken ? Is er naar de mening van bv. Frauwallner in die uitgebreide literatuur die aan de Upanishaden voorafgaat geen ,filosofie' ? Dat kan niet het geval zijn, want op bl. 43 van het eerste deel van zijn
    • Correction
    • Cite
    • Save
    • Machine Reading By IdeaReader
    0
    References
    0
    Citations
    NaN
    KQI
    []