Monitoring van dioxinen in koemelk in risicogebieden. Deelrapport XV

1994 
Gehalten van dioxinen in koemelk van melkveebedrijven in de omgeving van dioxinebronnen, zoals afvalverbrandingsinstallaties (AVI's) en kabelbranderijen, worden sinds februari 1990 maandelijks gemeten. De gehalten worden uitgedrukt in picogrammen 2,3,7,8-TCDD toxiciteitsequivalenten (TEQ) per gram melkvet en berekend op basis van de internationale toxiciteitsequivalentie factoren (I-TEF). Dit rapport presenteert de resultaten van de metingen van dioxine in koemelk afkomstig van drie melkveebedrijven uit de omgeving van de AVR in Rotterdam (het Lickebaertgebied) voor de maanden januari t/m april 1994. De dioxinegehalten hebben een maximum bereikt in oktober 1993. Na een afname van de dioxinegehalten in de maanden november en december 1993 tot een niveau van 6.1 +/- 0.3 tot 9.2 +/- 0.9 pg TEQ/g vet, lijken de gehalten in de maanden januari t/m april 1994 zich te stabiliseren op een niveau van 5.5 +/- 0.3 tot 8.1 +/- 0.4 pg TEQ/g vet. Zij overschrijden hiermee nog steeds, op een uitzondering na, de Nederlandse warenwetnorm voor dioxinen in koemelk van 6 pg TEQ/g vet. Het tijdverloop van de dioxinegehalten in de maanden januari t/m april komt overeen met het tijdsverloop in voorgaande jaren.
    • Correction
    • Source
    • Cite
    • Save
    • Machine Reading By IdeaReader
    0
    References
    0
    Citations
    NaN
    KQI
    []