Voorwaardelijk vrij : evaluatie van de Wet voorwaardelijke invrijheidstelling

Sinds de inwer­kingtreding van de Wet voor­waar­delijke invrijheidstelling (v.i.) op 1 juli 2008 kan een veroordeelde met een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf van tenminste een jaar (of meerdere korte vrijheidsstraffen die opgeteld minimaal een jaar zijn) alleen nog onder voorwaarden vervroegd worden vrij­ge­laten. De herziening van de vervroegde invrijheidstelling is een van de maatregelen die het kabinet heeft geno­men om de recidive terug te dringen. Om vast te stellen hoe deze gewijzigde wet in de praktijk wordt uitgevoerd en welke bedoelde en onbedoelde effecten optreden of verwacht kunnen worden, is deze plan- en procesevaluatie uitgevoerd. De centrale probleemstelling van deze evaluatie luidt: Welke ideeen liggen ten grondslag aan de Wet v.i., welke (gedrags-)mechanismen zouden hier werkzaam kunnen zijn, hoe wordt de Wet v.i. sinds 1 juli 2008 in de praktijk uitgevoerd en welke knelpunten en neveneffecten doen zich hierbij voor?