Opname van cadmium door gewassen in moestuinen in de Kempen: risico-inventarisatie en maatregelen

2004 
Op basis van bestaande data is de opname van cadmium door enkele belangrijke moestuingewassen beschreven via een bodem-plant relatie. Gebruik makend van organische stof, pH, klei en het cadmiumgehalte van de bodem kan het gehalte in het gewas voorspeld worden. Met deze vergelijkingen is vervolgens het toelaatbare cadmiumgehalte in de bodem berekend waarbij de warenwetnorm (per gewas) wordt overschreden. Daarnaast is ook de totale blootstelling berekend (CSOIL) in geval van consumptie van gewassen die geteeld worden op met cadmium verontreinigde gronden. Uit de resultaten blijkt dat bij gangbare gehalten aan cadmium in de bodem in de Kempen de blootstelling via consumptie de MTR waarde overschrijdt, zeker in geval van (licht) zure gronden (pH lager dan 5,5). Verhoging van de bodem-pH en handhaving van het organische stofgehalte door toevoeging van compost of mest blijkt effectief om de blootstelling te reduceren. Dit is echter alleen van toepassing bij cadmiumgehalten in de bodem die liggen tussen 1 en 5 mg kg-1. Bij cadmiumgehalten in de bodem tussen 2 en 5 mg kg-1 zijn er beperkingen aan de keuze van de gewassen. Met name bladgroenten als sla, spinazie en andijvie kunnen dan beter niet geteeld worden. Bij cadmiumgehalten in de bodem van meer dan 5 mg kg-1 zou consumptie uit eigen tuin afgeraden moeten worden. De hier gepresenteerde advieswaarden zullen in 2004 verder getoetst worden middels experimenteel onderzoek in bestaande moestuinen.
    • Correction
    • Source
    • Cite
    • Save
    • Machine Reading By IdeaReader
    0
    References
    0
    Citations
    NaN
    KQI
    []