En plein public : Praktijk en jurisprudentie bij openlijke geweldpleging tegen functionarissen met een publieke taak

2020 
De aanleiding voor het onderhavige onderzoek is gelegen een motie van Kamerleden Helder, Van Oosten en Van Dam, die oproep hield in dat de ervoor moest worden gezorgd “dat alle geweldsfeiten, inclusief poging tot, tegen politieagenten en andere publieke functionarissen onder de werking van artikel 22b, lid 1 Wetboek van Strafrecht worden gebracht, zodat geweldplegers niet langer weg kunnen komen met alleen een taakstraf of geldboete.” Dit onderzoek heeft tot doel gehad “de jurisprudentie en praktijk bij openlijke geweldpleging tegen functionarissen met een publieke taak te onderzoeken om te bepalen of ontwikkelingen in de samenleving en ongewenste of onvoorziene uitwerking van wetsartikelen aanleiding geven tot een andere afweging.”Aan dit onderzoek lag gelet op het voorgaande dan ook de volgende centrale probleemstelling ten grondslag: Is er voldoende aanleiding om, net als de misdrijven omschreven in de artikelen 300 tot en met 303 Sr, het misdrijf omschreven in art. 141 lid 1 Sr (toch) onder het taakstrafverbod van art. 22b lid 1 sub b Sr te laten vallen, indien het misdrijf wordt gepleegd tegen een persoon in de uitoefening van een publieke taak in het kader van de handhaving van de orde of veiligheid?
    • Correction
    • Source
    • Cite
    • Save
    • Machine Reading By IdeaReader
    0
    References
    0
    Citations
    NaN
    KQI
    []