Plangebied N206 Rijnfront, gemeente Oegstgeest; archeologisch vooronderzoek: een inventariserend veldonderzoek (proefsleuven) : RAAP-rapport 1922

Deelgebieden 1 en 3. RAAP Archeologisch Adviesbureau heeft op 24 en 25 februari 2009 een inventariserend veldonderzoek in de vorm van proefsleuven uitgevoerd in verband met de geplande aanleg van een extra op- en afrit langs de N206 in Oegstgeest. Het betreft het vervolg op een eerdere fase van het inventariserend onderzoek dat bestond uit een bureauonderzoek. Op grond van de resultaten van het onderzoek werd geconcludeerd dat er mogelijk belangrijke archeologische waarden aanwezig zijn. Naar aanleiding hiervan werd aanbevolen om dit in deelgebied I en deelgebied III door middel van proefsleuven te laten vaststellen. In totaal zijn twee proefsleuven aangelegd. Proefsleuf 1 in deelgebied I had een lengte van 27 m en een breedte van 3 m en proefsleuf 2 in deelgebied III had een lengte van 15 m en een breedte van 3 m. De sleuven hadden een gezamenlijke oppervlakte van 126 m2. In beide proefsleuven is een opgravingsvlak aangelegd. Het vlak is in proefsleuf 1 aangelegd in de top van de oeverafzettingen en in proefsleuf 2 in de top van de beddingafzettingen. In proefsleuf 2 is het meest noordelijke deel van de sleuf vanaf vlak 1 nog circa 0,1 m verdiept. Hier waren de beddingafzettingen op het eerste vlak nog niet bereikt. De diepte van de sleuven bedroeg circa 0,8-1,2 m -Mv. In beide deelgebieden is de ondergrond verstoord, vermoedelijk door grondwerkzaamheden die samenhangen met de aanleg van de N206. Het gebied is opgehoogd met een pakket zand en klei waardoor de onderliggende lagen verstikt zijn. In proefsleuf 1 is de oude bouwvoor vermoedelijk afgegraven voor het aanbrengen van het ophogingspakket. In proefsleuf 2 is de bodemopbouw grotendeels intact. In de proefsleuven zijn geen (relevante) archeologische sporen of vondsten aangetroffen.