Een quickscan naar ecologische draagkracht voor filter feeders nu en bij gedempt getij

2021 
Het Grevelingenmeer is ontstaan na afdamming in de jaren ’70 en vormt nu het grootste zout water meer van Europa. Medio 2018 is het project Getij Grevelingen gestart waarin de aanleg van een doorlaatmiddel in de Brouwersdam wordt voorbereid. Dit doorlaatmiddel moet leiden tot een verbetering van de waterkwaliteit en ecologie in het Grevelingenmeer met een gedempt getij van 40 cm. Staatsbosbeheer vindt het daarom van belang om te zoeken naar een duurzame balans tussen voedsel voor alle gekweekte- en wilde schelpdieren en overige grazers in een situatie met gedempt getij. Het doel van deze studie is om meer inzicht te krijgen in de huidige ecologische draagkracht van het Grevelingenmeer voor schelpdieren en bepalen hoe dit verandert in een situatie met gedempt getij. De draagkracht van het Grevelingenmeer is het resultaat van de interactie tussen de externe aanvoer van algen (vanuit de Noordzee), de primaire productie en de filtratiedruk van de grazers. De groep van grazers bestaat uit allerlei verschillende organismen zoals schelpdieren, zooplankton en vissen waarvoor algen hun voedsel vormen. Veel van de Natura 2000 doelsoorten zijn direct of indirect afhankelijk van dit voedselweb, maar bevinden zich nu in een slechte staat van instandhouding, in het bijzonder de (trek)vogels. Draagkracht is een complex begrip en wordt beinvloed door verschillende factoren die varieren in ruimte en tijd. In deze studie is een inventarisatie gemaakt van de huidige draagkracht van het Grevelingenmeer gebaseerd op vrij grove indicatoren. Vervolgens is gekeken naar de groeimogelijkheden binnen een scenario met gedempt getij. Deze waardes moeten gezien worden als een indicatie of trend, maar kunnen door de aannames die gedaan moeten worden niet gezien worden als absolute waardes. Om de draagkracht te kunnen bepalen zijn de volgende stappen genomen: i) bepalen van het huidige schelpdierbestand en bijbehorende graasdruk, ii) bepalen van de voedselbeschikbaarheid. Aan de hand van deze gegevens, tezamen met verversingstijd, kunnen de indicatoren worden berekend. In de huidige situatie lijkt de maximale schelpdierbestandsgrootte bereikt, wat erop wijst dat de grenzen voor grazers in het systeem en/of duurzame exploitatie van schelpdieren bereikt zijn. De vraag is of een situatie met gedempt getij meer mogelijkheden biedt om natuurlijke bestanden en mogelijk ook schelpdierkweek, te laten toenemen. Momenteel zijn schelpdieren afhankelijk van voedsel dat door primaire productie in het Grevelingenmeer zelf wordt geproduceerd (interne productie). De import van algen vanuit de Noordzee is gering (externe import). In een situatie met gedempt getij neemt de uitwisseling met de Noordzee weliswaar toe (4-5x snellere verversing), toch zal ook in deze nieuwe situatie de interne productie nog steeds het belangrijkste zijn voor de voedselbeschikbaarheid van schelpdieren. In deze studie is het Grevelingenmeer als een systeem benaderd. Wel is het mogelijk dat er ruimtelijke verschillen zijn; namelijk dat de schelpdierkweek nabij de Brouwersdam wel mogelijk kan profiteren van algen die vanuit de Noordzee aangevoerd worden. Meer landinwaarts zal de interne productie van groot belang zijn. Dergelijke ruimtelijke verschillen kunnen alleen met gedetailleerde modellen onderzocht worden. Naast verhoogde uitwisseling is het ook de verwachting dat de primaire productie (groei van algen) met een factor 1.5 zal toenemen in een situatie met gedempt getij. Dit leidt volgens de berekeningen in deze studie tot een hogere draagkracht van het systeem voor grazers zoals schelpdieren. De totale graasdruk kan met ruim 10% toenemen ten opzichte van de huidige situatie zonder effect te hebben op de relatieve graasdruk (Grazing Ratio, GR) van het systeem. Deze extra beschikbare graasdruk kan door verschillende soorten schelpdieren maar ook door zooplankton, vissen, zakpijpen, sponzen of andere filter feeders worden ingevuld. Vertaald naar schelpdieren komt deze toename in graasdruk bijvoorbeeld overeen met 12 miljoen kg Japanse oesters, 21 miljoen kg platte oesters, 4 miljoen kg mosselen of 8 miljoen kg kokkels. Met de beschikbare data hebben we een inventarisatie kunnen maken van de draagkracht in de huidige situatie en in een situatie met gedempt getij. De evaluatie van draagkracht kan echter worden geoptimaliseerd, dit is van belang gezien de vragen die zich afspelen rondom de introductie van gedempt getij in het Grevelingenmeer. Ook op het vlak van empirische metingen zijn verbeteringen mogelijk, zoals frequentere bestandsschattingen, betere schattingen van bestandsgrootte en graasdruk van mesheften en strandgapers, meenemen schelpdiergegevens hard substraat en inzetten op onafhankelijke metingen vleesgehalte mosselen. Ook kunnen analyse technieken aangescherpt worden door de ruimtelijke en temporele variatie binnen een systeem beter mee te nemen in de berekeningen van de draagkracht indices.
    • Correction
    • Source
    • Cite
    • Save
    • Machine Reading By IdeaReader
    0
    References
    0
    Citations
    NaN
    KQI
    []