The Integrated Monitoring Area Lheebroekerzand - The Netherlands Data of 1997-1998-1999

2002 
Het rapport is het zesde rapport van een serie waarin de resultaten van de monitoring in het Lheebroekerzand gepresenteerd worden. Het monitoringsprogramma werd uitgevoerd in het kader van de United Nations Economic Commission for Europe (UN-ECE) International Cooperative Programme on Integrated Monitoring of Air Pollution Effects on Ecosystems (ICP-IM). Het doel van dit rapport is om de gegevens van 1997 tot en met 1999 te verzamelen en te presenteren, de deelnemende organisaties en vrijwilligers te informeren over de stand van zaken en om de monitorings-periode in het Lheebroekerzand onder coordinatie van het RIVM af te sluiten. Het Nederlandse meetpunt bevindt zich in het Lheebroekerzand in de provincie Drenthe. Sinds 1993 vinden hier monitorings-activiteiten plaats . Het merendeel van de gegevens is reeds toegevoegd aan de internationale database die zich bevindt in Helsinki, Finland. In de periode van 1997 tot 1999 bestond het biologische gedeelte van het monitorings-programma uit een regelmatige inventarisatie van de vegetatie, vogels, korstmossen, bladmineerders en vlinders evenals inventarisaties van de macrofauna aanwezig in het ven Kliplo en observaties aan naaldbomen ter bepaling van de vitaliteit. Het chemisch-fysische deel van het programma bestond uit meteorologische variabelen zoals temperatuur, luchtvochtigheid, hoeveelheid neerslag en instraling samen met chemische analyses van organische en anorganische stoffen in lucht, neerslag, bladeren, naalden, mossen, bodem, bodemwater, grondwater en venwater. Uit vergelijking van de resultaten van de concentraties van chemische variabelen in de verschillende monitoringsprogramma's in 1997, 1998 en 1999 blijkt o.a. dat de concentraties van SO4-S in lucht, doorval, stamafvoer en venwater afnemen in de tijd. Voor concentraties van NO3N en NH4N in lucht en venwater lijkt dit ook het geval. Deze afname van concentraties kan echter niet bevestigd worden met een gemeten afname van deze variabelen in bulk regenwater. Betreffende de biologische variabelen (Inventarisatie van vogels, korstmossen, vegetatie, macrofauna, bladmineerders en vlinders) kan eveneens geen uitspraak gedaan worden over mogelijke veranderingen in de tijd. Wel lijkt het aantal individuen voor vogels, macrofauna, bladmineerders en vlinders af te nemen. Interpretatie van deze gegevens vereisen een langere periode van monitoring. Een data-analyse over alle beschikbare data wordt thans uitgevoerd en zal afzonderlijk gerapporteerd worden.
    • Correction
    • Source
    • Cite
    • Save
    • Machine Reading By IdeaReader
    0
    References
    2
    Citations
    NaN
    KQI
    []