language-icon Old Web
English
Sign In

Luchtkwaliteit. Jaaroverzicht 1993

1994 
Op basis van de in 1993 in de stedelijke omgeving uitgevoerde metingen kan alleen voor fijn stof en tetrachloormethaan overschrijding van de grenswaarden worden geconstateerd. De grenswaarden voor fijn stof werden op nagenoeg alle locaties overschreden. De metingen van fijn stof zijn overigens niet noemenswaardig verhoogd ten opzichte van de regionale achtergrond waar dus ook overschrijding van grenswaarden voorkomt. Op basis van modelberekeningen wordt geconcludeerd dat in 1993 langs 340 km verkeersdrukke weg in grote steden (ca 10% van het beschouwde wegennet) voor een of meer stoffen de grenswaarde is overschreden. Samenhangend met de door maatregelen ontstane daling van de emissies wordt over de laatste tien jaar een duidelijk dalende trend gevonden voor de componenten lood en zwaveldioxyde. Ook voor stikstofoxyden, koolstofmonoxyde en benzo[a]pyreen tekent zich een dalende trend af. Gedurende de zomer van 1993 is op een beperkt aantal dagen (10) op een of meer plaatsen in het land matige smog geconstateerd. Ernstige smog is slechts op een dag waargenomen ; zeer ernstige smog is in het geheel niet waargenomen. De geringe frequentie waarmee zomersmog in 1993 is opgetreden is verklaarbaar door het geringe aantal zomerse dagen in 1993. De grenswaarden voor de ozonconcentratie zijn in 1993 niet overschreden. Zowel het 50-percentiel als het 98-percentiel van de ozonconcentraties vertoont geen duidelijke trend. Vergeleken met metingen uit het begin van de jaren 80 is de concentratie van vluchtige organische stoffen, die als precursor voor de ozonvorming fungeren, met ca eenderde verminderd. In 1993 heeft geen overschrijding van het niveau voor matige wintersmog plaatsgevonden. Het niveau voor geringe smog is op een gering aantal stations overschreden. In 1993 bedroeg de depositie van potentieel zuur -landelijk gemiddeld- 4000 mol H+ ha-1 j-1, gelijk aan de (tussen)doelstelling voor 1994. De depositie van potentieel zuur was in 1993 als volgt samengesteld: zwaveloxyden: 28%, stikstofoxyden 24% en ammoniak en ammonium 48%. De bijdrage van het buitenland aan de depositie van potentieel zuur bedraagt ca 45% (berekend op basis van emissiecijfers voor 1990). Ten opzichte van 1980 is de zure depositie met ca 40% gedaald. Vooral maatregelen bij SO2-emitterende bronnen hebben aan deze vermindering bijgedragen. De stikstofdepositie bedroeg in 1993 -gemiddeld over Nederland- ca. 2900 mol ha-1 j-1. Er is sprake van een dalende trend. De huidige waarde is echter nog aanzienlijk hoger dan de doelstellingen voor het jaar 2000 en 2010 (respectievelijk 1600 en 1000 mol ha-1 j-1. De loodconcentraties bleven in 1993 ruim onder de grenswaarden. Ook de WHO-richtlijn voor cadmium is in 1993 op geen der meetlocaties overschreden. De richtwaarde voor de depositie van cadmium werd in 1993 op beperkte schaal overschreden. Daarbij geldt de kanttekening dat de bij de berekeningen gehanteerde cadmiumemissie en de bronnen onzeker zijn. Door verlaging van het loodgehalte van benzine en vervolgens de invoering van loodvrije benzine zijn de atmosferische concentratie en depositie van lood in het afgelopen decennium enorm gedaald. De grenswaarde voor de daggemiddelde fluoride concentratie is op een industrieel belast station gedurende twee dagen overschreden. De Nederlandse emissie van gehalogeneerde koolwaterstoffen lag in 1993 vrijwel op het niveau zoals afgesproken in het CFK-actieprogramma. De ozonlaag boven Nederland was tot september 1993 dunner dan het langjarig gemiddelde. De grootste afwijking ten opzichte van het langjarig gemiddelde werd in februari gemeten (-17%). De Nederlandse emissie van broeikasgassen, behalve die van CFK's, is in het afgelopen decennium gestegen. In CO2-equivalenten uitgedrukt compenseert de afname van de CFK-emissie de toename van de emissie van de andere broeikasgassen.
Keywords:
    • Correction
    • Source
    • Cite
    • Save
    • Machine Reading By IdeaReader
    0
    References
    7
    Citations
    NaN
    KQI
    []