Centrum voor Jeugd & Gezin Enschede : op zoek naar verbeterpunten in de organisatiestructuur
2010
Dit onderzoek heeft als doel te inventariseren wat de verbeterpunten op organisatieniveau zijn voor het Centrum voor
Jeugd & Gezin (CJG) van gemeente Enschede. Een Centrum voor Jeugd en Gezin is een netwerkorganisatie, gevormd
door de GGD, het maatschappelijk werk, Bureau Jeugdzorg en andere organisaties uit het veld van Jeugd en Gezin. Het
CJG bundelt lokale functies en taken op gebied van gezondheid, opgroeien en opvoeden. Ouders, kinderen en opvoeders
met vragen over opgroeien en opvoeden kunnen terecht bij het Centrum voor Jeugd en Gezin. Een CJG richt zich op
kinderen en jongeren van -9 maanden tot 23 jaar en hun ouders.
De inventarisatie van de verbeterpunten op organisatieniveau heeft plaatsgevonden door te kijken naar de invulling van en
ervaringen binnen CJG’S van vier andere gemeentes: Groningen, Nijmegen, ‘s-Hertogenbosch en Rotterdam. Door middel
van een documentenanalyse en interviews is er gekeken naar een aantal specifieke punten, zoals de arbeidsrechtelijke
situatie van werknemers, de rol en invloed van de gemeente en andere actoren de besluitvormingsstructuur en de
zorgcoordinatie. Het onderzoek is uitgevoerd aan de hand van de onderzoeksvraag: “Wat zijn de verschillende manieren
om de organisatiestructuur van een Centrum voor Jeugd & Gezin (CJG) vorm te geven en wat zijn de voor- en nadelen
van elk van die manieren voor de gemeente Enschede?”
Bij dit onderzoek is gebruikt gemaakt van een theoretisch kader, bestaande uit ‘The Interorganizational Field as a Focus for
Investigation’ theorie van R.L. Warren en recent onderzoek van Provan en Kenis over ‘governance of networks’.
Warren ontwikkelde een typologie voor netwerken op basis van autonomie van de afzonderlijke eenheden. Op basis van
zes criteria (de betrokkenheid van de eenheden op een overkoepelend doel, de plaats waar besluiten worden genomen,
de plaats van het gezag, de mate waarin de arbeidsdeling tussen de eenheden formeel geregeld is, de wijze waarop de
eenheden gebonden zijn aan een leiderschapssysteem, de mate waarin een collectiviteitorientatie is voorgeschreven)
kwam hij tot de volgende typologie van vier structuurtypen: unitary, federative, coalitional, social choice context.
Provan en Kenis toonden aan dat netwerken in verschillende vormen voorkomen en dat het verschilt en uitmaakt voor de
effectiviteit hoe een netwerk is ontworpen en wordt bestuurd. Zij noemen dit ‘governance of networks’. Ze
onderscheiden verschillende vormen van governance van netwerken: een zelfregulerend netwerk, een
leiderorganisatienetwerk en een netwerk administratieve organisatie. Voor elk van deze vormen hebben zij vier factoren
benoemd die bepalend zijn voor het feit of een bepaalde vorm effectief is voor de betreffende netwerkorganisatie of niet.
In dit onderzoek zijn de gemeentes gecategoriseerd volgens de vormen van Provan & Kenis.
De karakteristieken van Warren worden gebruikt als startpunt om de Centra voor Jeugd & Gezin te beschrijven. Ze
worden aangevuld vanuit Provan & Kenis en waar nodig bewerkt om ze aan te laten sluiten op de gewenste
onderzoeksonderwerpen van de gemeente Enschede. Zo zijn er vijf vragen ontwikkeld, die in dit onderzoek gebruikt
worden voor de beschrijving van de verschillende CJG’s. Deze vragen zijn: (1) Wie zijn de actoren binnen het CJG? (2)
Hoe ziet de besluitvormingsstructuur er uit? (3) Waar ligt de uitvoeringsregie? (4) Hoe is de zorgcoordinatie geregeld? (5)
Hoe liggen de juridisch-arbeidsrechtelijke verhoudingen? De analyse leert ons dat, hoewel dit onderzoek voortkomt uit de wens van de gemeente Enschede om de
organisatiestructuur te herzien, er uit de interviews geen problemen of grote ontevredenheid over de huidige structuur
naar voren. Daarom zijn de aanbevelingen aan de gemeente Enschede grotendeels gebaseerd op zaken waar de andere
vier gemeentes erg tevreden over of trots op zijn en die bij hen goed lijken te werken. Deze zaken kunnen als voorbeeld
en inspiratie dienen voor de gemeente Enschede.
De belangrijkste aanbevelingen voor de gemeente Enschede zijn dat ze moeten blijven investeren in een goede
coordinatie van alle netwerkleden, dat ze inzichtelijk moeten maken hoe groot de rol van de gemeente binnen het CJG
moet blijven en dat ze moeten blijven investeren in het Enschedese Jeugd Overleg, Klankbordgroep, WijkZorgTeams en de
Zorgadviesteams. Ook moet de verwijsindex Vis2 gebruikt blijven en dient deze goed onderhouden en vernieuwd te
worden. Daarnaast kan er op uitvoeringsniveau een voorbeeld genomen worden aan CJG ‘s-Hertogenbosch door ook
met deelprojecten en een projectenboek te gaan werken. Als laatste geldt als aanbeveling op juridisch-arbeidsrechtelijk
niveau dat er onderhandeld kan worden over een landelijk CJG CAO en er geinventariseerd zou moeten worden of CJG
Enschede in de vorm van een netwerk administratieve organisatie (NAO) kan worden gegoten.
Keywords:
- Correction
- Source
- Cite
- Save
- Machine Reading By IdeaReader
0
References
0
Citations
NaN
KQI