Raapzaad : onderzoek naar correlaties chemische analyse - NIRS

In opdracht van de BV Koninklijk Kweekbedrijf en Zaadhandel D.J. van der Have is nagegaan of het mogelijk is met behulp van Nabij Infrarood Reflectie Spectroscopie (NIRS) de samenstelling van raapzaad wat betreft vocht-, olie- , ruwe celstof- , ruw eiwit- en glucosinolaatgehalte alsmede de vetzuursamenstelling (linol-, linoleen- en erucazuur) te bepalen. Tevens is nagegaan of het nodig is hiervoor de raapzaadmonsters te vermalen. Het onderzoek bestaat uit twee fasen: 1. Selectie van geschikte monsters . 2. Opstellen en toetsen van ijklijnen. Het hierna beschreven onderzoek heeft betrekking op fase 1. Hiervoor werden conform het proefplan, zoals vastgelegd in RIKILT brieven dd. 1988-05-24 kenmerk 1894 en dd. 1988-10-25 kenmerk 3730, uit 248 door Van der Have geleverde monsters raapzaad 28 representatieve monsters geselecteerd met behulp van spectraalanalyse. Vervolgens zijn deze geselecteerde monsters chemisch geanalyseerd op vocht-, olie-, ruwe celstof-, ruw eiwit- en glucosinolaatgehalte en is de vetzuursamenstelling bepaald. Aan de hand van de chemische resultaten is nagegaan voor welke van de genoemde parameters bepaling met behulp van NIRS perspectief biedt en of vermalen van de monsters hiervoor noodzakelijk is. Op grond van de resultaten zal in overleg met Van der Have BV besloten worden of en op welke wijze vervolgonderzoek plaats zal vinden.