Aan- en verkoopbeleid onroerend goed van de gemeente Tilburg: Beoordeling door niet-gemeentelijke partijen

De hoofdvraag van dit onderzoek is: Wat is de kwaliteit van het aan- en verkoopbeleid van onroerend goed van de gemeente Tilburg in het licht van het oordeel van de niet-gemeentelijke partijen hierover? De volgende omissies in het gemeentelijke beleidskader worden onderscheiden: hoe om te gaan met de situatie wanneer een projectontwikkelaar voor vestiging van het voorkeursrecht reeds heeft verworven; hoe om te gaan met de situatie wanneer de grondeigenaar in combinatie met een projectontwikkelaar gebruik wil maken van zelfrealisatie; een verantwoording waarom het onwenselijk is dat niet-gemeentelijke marktpartijen grond verwerven; een uitsluitsel over het al dan niet bestaan van een gentleman’s agreement; beleid aangaande eventuele beleidsvrijheden omtrent de vaststelling van de gronduitgifteprijzen; een afwegingskader voor het vasthouden aan rondbeleidsinhoudelijke doeleinden (zoals een voorkeur voor actief grondbeleid) ten opzichte van de tijdige en succesvolle uitvoering van achterliggend beleid. Wanneer grondbeleid inderdaad facilitair is aan andere beleidsdoeleinden, moeten de grondbeleidstechnische doeleinden soms worden losgelaten om achterliggende ruimtelijke, economische, volkshuisvestelijke, etc. doelstellingen te halen. In welke gevallen komt dit aan de orde? Of komt dit nooit aan de orde, omdat grondbeleid niet facilitair is aan ander beleid, maar belangrijker is dan dit andere beleid?