De Montignylaan 21, Schoonhoven, gemeente Krimpenerwaard

ADC ArcheoProjecten heeft in juni 2017 een bureauonderzoek en Inventariserend veldonderzoek uitgevoerd op de locatie De Montignylaan 21 te Schoonhoven, gemeente Krimpenerwaard. Aanleiding is de voorgenomen verbouwing van een woning. Op basis van het bureauonderzoek is vastgesteld dat in het begin van het Holoceen een meer gelegen was ter hoogte van het plangebied. In het Neolithicum raakte dit meer langzaam opgevuld met rivierzand, doordat enkele stroomgordels op dit meer uitmondden. Hierna was het plangebied in ieder geval tot in de Romeinse tijd gelegen in een komgebied. In het plangebied heersten naar verwachting drassige omstandigheden die ongeschikt waren voor bewoning en ander landgebruik. Vandaar dat uit de periode tot de Romeinse tijd geen archeologische resten in het plangebied verwacht worden. In de Romeinse tijd ontstond de rivier de Lek, ten zuiden van het plangebied. Op de oever van deze rivier kon in deze periode gewoond worden, hoewel uit de omgeving van het plangebied weinig vindplaatsen uit deze periode bekend zijn. Bovendien lag het plangebied op de overgang van de oever naar het komgebied. Waarschijnlijk lag het plangebied ook in deze periode nog in een relatief drassig gebied. Ook resten uit de Romeinse tijd worden daarom niet verwacht. In de Vroege Middeleeuwen vond grootschalige ontvolking plaats, waardoor resten uit deze periode niet verwacht worden in het plangebied. De directe omgeving van het plangebied is ontgonnen in de 12e eeuw. In ieder geval in de 13e eeuw stond er al een kerk ca. 50 m ten noorden van het plangebied. Rondom deze kerk is het dorp Willige Langerak ontstaan. De bewoning concentreerde zich vooral tussen de kerk en de Lekdijk, ter hoogte van de huidige De Montignylaan. In de directe omgeving van het plangebied werd dus waarschijnlijk al in de 12e of 13e eeuw gewoond. Op historische kaarten vanaf de 16e eeuw is reeds bebouwing te zien ter hoogte van het plangebied. Om deze redenen worden in het plangebied archeologische resten verwacht vanaf de 12e eeuw. Archeologische resten worden verwacht vanaf het maaiveld. Naar verwachting zijn deze (deels) verstoord als gevolg van de realisatie van de huidige bebouwing. Teneinde deze verwachting te toetsen en aan te vullen werd in het plangebied een verkennend booronderzoek uitgevoerd. Hierbij is bevestigd dat het plangebied lange tijd in een komgebied gelegen heeft. De natuurlijke bodem bestaat uit bosveen met hierboven komklei. De bovenste 30 a 40 cm van de komklei is omgewerkt en bevat recente puinresten. Op basis van dit puin is vastgesteld dat de top van de komafzettingen relatief recentelijk verstoord is, naar verwachting tijdens de bouw van de huidige woning. Boven de komklei is een laag ophoogzand aanwezig, met hierop een laag opgebrachte klei. Vanwege de aangetroffen verstoorde bodem worden geen archeologische resten meer in het plangebied verwacht.