Uitzonderingsbepalingen in de Kaderrichtlijn Water en de Grondwaterrichtlijn. Drie grondwatercasussen die in Nederland spelen

2008 
Nederland zal in sommige situaties niet kunnen voldoen aan de doelen die de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) stelt en die in 2015 moeten zijn gehaald. Dit is bijvoorbeeld het geval op locaties waar in het verleden grote grondwaterverontreinigingen zijn ontstaan die niet binnen de gestelde termijn kunnen worden opgeruimd. In zo'n geval is het nodig een uitzonderingsbepaling toe te passen. In opdracht van het ministerie van VROM heeft het RIVM voor drie problemen onderzocht of het nodig is een uitzonderingsbepaling toe te passen, en zo ja, hoe. De drie problemen zijn: de nutrientnormen voor oppervlaktewater worden overschreden, onder andere doordat nutrientrijk grondwater naar oppervlaktewater uitspoelt, 2) de bodem in veenweidegebied daalt door verlagen van het grondwaterpeil, en 3) grootschalige grondwaterverontreinigingen. De gestelde problemen spelen op meerdere locaties in Nederland. Het RIVM heeft voor elk probleem een gebied geselecteerd en bekeken of een uitzonderingsbepaling nodig is. Voor de eerste en de laatste casus bleek dit zo te zijn. Voor deze gevallen is een voorbeeld van een rapportage aan de EU opgesteld. Elke lidstaat rapporteert elke zes jaar aan de EU over de realisatie van de KRW-doelen. Het is mogelijk om onder voorwaarden uitzonderingsbepalingen toe te passen als een doel niet kan worden behaald. Daarover moet vervolgens worden gerapporteerd aan de Europese Unie. Twee belangrijke uitzonderingsbepalingen zijn: de termijn verlengen en het doel verlagen. In het eerste geval wordt de termijn waarop een doel moet worden bereikt uitgesteld tot een of twee termijnen, respectievelijk 2021 of 2027. Bij doelverlaging wordt een doel naar beneden bijgesteld, zoals een minder goede kwaliteit van het grondwater.
    • Correction
    • Source
    • Cite
    • Save
    • Machine Reading By IdeaReader
    0
    References
    0
    Citations
    NaN
    KQI
    []