Waterkwaliteit en nutriëntenbalansen Waterschap Hollandse Delta : Analyse van de nutriëntenbelasting, herkomst, achtergrondbelasting en effecten van landbouwmaatregelen in het beheergebied van Waterschap Hollandse Delta

2020 
De Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) schrijft voor dat het oppervlaktewater in 2027 voldoende schoon en ecologisch gezond is. In veel Nederlandse wateren is de nutrientenbelasting (nog) te hoog om de KRW-doelen te halen. Het Waterschap Hollandse Delta analyseert haar watersystemen om beter inzicht te krijgen in de (on)mogelijkheden om de ecologische toestand te verbeteren. Ter ondersteuning van deze analyse is in dit onderzoek de nutrientenbelasting en herkomst voor de periode 2006-2013 gekwantificeerd voor de regionale wateren in Voorne-Putten, Hoeksche Waard en Goeree-Overflakkee. Hiertoe zijn in samenwerking met het waterschap de ruimtelijke grenzen van de afwateringsgebieden bepaald en is met de methode ECHO voor deze gebieden een water- en nutrientenbalans opgesteld. Voor de afwateringsgebieden op IJsselmonde en het Eiland van Dordrecht zijn de belasting en herkomst op een meer globaal niveau gekwantificeerd.Op basis van de herkomst in het zomerhalfjaar zijn voor de KRW-waterlichamen de achtergrondbelasting en achtergrondconcentraties afgeleid door onderscheid te maken tussen antropogene bronnen en overige bronnen die beleidsmatig als natuurlijke of seminatuurlijk kunnen worden beschouwd. Ook is gekwantificeerd hoeveel de af- en uitspoeling uit landbouwgronden afneemt aan het einde van de KRW-planperiode, uitgaande van het generieke mestbeleid conform het 5e NAP en is een scenario berekend waarin diverse DAW-maatregelen worden genomen. De nutrientenbelasting komt voor een groot deel door af- en uitspoeling van nutrienten vanuit landbouwgronden. Voor stikstof wordt de af- en uitspoeling vooral bepaald door actuele bemesting en in iets mindere mate door (seminatuurlijke) nalevering van de bodem. Voor fosfor wordt de af- en uitspoeling vooral bepaald door historische mestgiften, nalevering uit de landbouwbodem en kwel. RWZI’s hebben slechts in een paar afwateringsgebieden invloed. Andere belangrijke bronnen zijn inlaatwater en stikstofdepositie op open water. In het zomerhalfjaar wordt op Goeree-Overflakkee en Voorne-Putten veel water ingelaten, waardoor de bijdrage hiervan relatief groot is. Op basis van de herkomstanalyse zijn hoge percentages berekend voor de achtergrondbelasting en hiermee ook hoge achtergrondconcentraties van het oppervlaktewater. Met het generieke mestbeleid conform het 5e NAP neemt de af- en uitspoeling uit landbouwgronden tot enkele procenten af. Voor stikstof kan – met een hoge implementatiegraad van Deltaplan Agrarisch Waterbeheer (DAW)-maatregelen – de af- en uitspoeling duidelijk verder afnemen, maar voor fosfor biedt dit weinig potentie.
    • Correction
    • Source
    • Cite
    • Save
    • Machine Reading By IdeaReader
    0
    References
    0
    Citations
    NaN
    KQI
    []