Onderzoeksgebied Oude Beerpolderkade (KR-025 en KR-028), aardgastransportleidingtracé Wijngaarden-Westerschelde (A-667), catalogusnummers 13, 14 en 15, gemeente Dordrecht. Archeologisch onderzoek: begeleiding

RAAP Archeologisch Adviesbureau heeft van oktober 2009 tot maart 2010 een archeologische begeleiding (protocol IVO-P) uitgevoerd in verband met de aanleg van de aardgastransport leiding in de Oude Beerpolder in de gemeente Dordrecht. De Oude Beerpolderkade (dijk 12/catalogusnummer 13) vormt de grens tussen de Oude Beerpolder en Nieuwe Beerpolder. Op basis van de resultaten van de archeologische begeleiding in onderzoeksgebied KR-025 (catalogusnummer 13) in de gemeente Dordrecht is vastgesteld dat de dijk in de ondergrond aanwezig is tot een diepte van circa 3 m-Mv (3,40 m -NAP). Op basis van het bestudeerde profiel lijkt sprake te zijn van een fasering. De vuile laag in het oosten van het profiel hoort bij de eerste fase, vermoedelijk van de aanleg van de Oude Beerpolder in 1715. Op dit pakket (en in het westelijke deel van het profiel op een dunne vuile laag) is een rijswerk van riet en twijgen aangebracht om de dijk te verstevigen. Dit gedeelte van het dijklichaam is geinterpreteerd als een uitbreiding gekoppeld aan de inpoldering van de Nieuwe Beerpolder in 1802. Ter hoogte van KR-025 en KR-026 is geconstateerd dat het veenlandschap uit de Late Middeleeuwen redelijk gaaf bewaard is gebleven. Door het opnieuw uitwerken van de raai boringen op de hartlijn van het trace is dit landschap in kaart gebracht. De geerodeerde top van het veen ligt tussen 2,3 m-Mv (2,93m-NAP) en 3,4 m-Mv (3,89m-NAP). In het zuidelijke onderzoeksgebied KR-028 is vastgesteld dat dijk 12 aanwezig is in de onder grond tot minimaal 1,6 m-NAP (1,2 m-Mv). Een houten schuifduiker is in het dijklichaam aantroffen. De functie van deze constructie was om de waterhuishouding in de polder te reguleren. Op basis van een AMS-datering van het hout dateert de duiker uit de periode 1802 tot 1938. Dit duidt erop dat de duiker is aangebracht tijdens de inpoldering van de Nieuwe Beerpolder in 1802 of later tijdens de aanleg van de spoorlijn in 1872. Circa 300 m ten zuiden van dijk 12 is dijk 14 Benedenpolderdijk (catalogusnummer 15) in het vlak aangetroffen. Deze dijk had een breedte in het vlak van 23 m. Omdat dit tracegedeelte met een gestuurde boring is gepasseerd, is dit dijklichaam niet in profiel onderzocht. Hierdoor zijn geen aanvullende gegevens verzameld over diepteligging, fasering en dergelijke. Tijdens het vooronderzoek is vastgelegd dat deze dijk in ieder geval tot 95 cm-Mv (0,54 m-NAP) aanwezig is in de ondergrond. Dijk 13 (catalogusnummer 14) is vanwege een planaanpassing (gestuurde boring) niet onderzocht.