Onderzoek naar in situ 1,4-dichloorbenzeengehalten in sediment en poriewater van het Ketelmeer
1996
Onderzoek is verricht naar dichloorbenzeen in sediment
en poriewater van een boorkern, gestoken in het Ketelmeer. Er is gebruik
gemaakt van gaschromatografie-hoge resolutie massaspectrometrie, waarbij ter
kwantificering de isotoopverdunningstechniek is gehanteerd ([2,3,5,6
exp.2H4]-1,4-dichloorbenzeen). Uit de water/sediment concentratieratio,
genormeerd naar het sediment organisch koolstofgehalte, zijn Koc-waarden
berekend. De gemiddelde concentraties van 1,4-dichloorbenzeen in poriewater
en sediment bedroegen respectievelijk 71+-17 ng/l en 1.10+-0.4 mg/kg droge
stof. Dit resulteert in een gemiddelde log Koc waarde van 5.3+-0.1. Deze
waarde komt overeen met het resultaat van een eerder, door het RIZA
uitgevoerd onderzoek aan vergelijkbaar materiaal, maar wijkt sterk af van de
waarde die in modelberekeningen is gehanteerd (log Koc = 2.7). Uitgaande
van een totaalconcentratie van DCB's van 800 mug/kg droge stof, resulteert
deze modelwaarde in een poriewaterconcentratie van 35 mug/l, wat een sterke
overschatting blijkt te zijn ten opzichte van de experimenteel bepaalde
poriewaterconcentratie. Modelberekeningen voorspellen aan de hand van deze
getallen een overschrijding van de grondwaternorm met een factor 3200,
terwijl de praktijkmetingen wijzen op een overschrijding met een factor 24. Het verschil tussen de Koc waarde, zoals gehanteerd in modelberekeningen, en
de waarde die in dit onderzoek in situ is bepaald, wordt toegeschreven aan
de afname van de mobiliteit van contaminanten naarmate deze langer in
contact hebben gestaan met het sediment (ageing).
Keywords:
- Correction
- Source
- Cite
- Save
- Machine Reading By IdeaReader
0
References
0
Citations
NaN
KQI