Vroegtijdige opsporing van gehoorverlies bij kinderen en jongeren (0-18 jaar): richtlijn voor professionals in de jeugdgezondheidszorg

2016 
Dit document is bedoeld voor JGZ-professionals en beoogt een richtlijn te zijn voor het handelen in hun contacten met individuele kinderen, jongeren en hun ouders/verzorgers. JGZ-professionals zijn jeugdartsen, verpleegkundig specialisten, jeugdverpleegkundigen en doktersassistenten. Daar waar in de richtlijn ‘jeugdarts’ staat, kan ook ‘verpleegkundig specialist’1 worden gelezen. Deze richtlijn is gebaseerd op de knelpuntenanalyse uitgevoerd door het CBO (CBO, 2013). Deelnemers aan deze knelpuntenanalyse hebben uitgangsvragen opgesteld die in deze richtlijn worden beantwoord. Een projectgroep van TNO en de Nederlandse Stichting voor het Dove en Slechthorende Kind (NSDSK) heeft de teksten voor de richtlijn geschreven in samenwerking met een werkgroep van experts op het gebied van gehoor en/of JGZ (zie verder onderdeel ‘Totstandkoming richtlijn’). De richtlijn is door de RichtlijnAdviesCommissie (RAC) op 9 juni 2016 geautoriseerd voor gebruik in de JGZ. De RAC heeft bij haar beoordeling rekening gehouden met de inhoud van de richtlijn (wetenschappelijke onderbouwing, opzet) en de voor implementatie vereiste randvoorwaarden. Met de autorisatie van deze richtlijn is de vorige JGZ-standaard vroegtijdige opsporing van gehoorstoornissen 0-19 jaar (1998) komen te vervallen.
    • Correction
    • Source
    • Cite
    • Save
    • Machine Reading By IdeaReader
    0
    References
    0
    Citations
    NaN
    KQI
    []