In hoeverre dragen de alarmsignalen uit de Jeugdgezondheidszorg-richtlijn Autismespectrumstoornissen bij aan de vroegsignalering van deze kinderen?

2021 
Inleiding: In de Jeugdgezondheidszorg (JGZ)-richtlijn Autismespectrumstoornissen (ASS) zijn op basis van expert-opinion zeven ontwikkelingskenmerken uit het Van Wiechen-onderzoek aangeduid als alarmsignalen voor ASS. Dit onderzoek had als doel de criteriumvaliditeit van deze kenmerken vast te stellen. Methode: In de periode 2009–2013 werden de zeven alarmsignalen verzameld uit de dossiers van de JGZ bij 197 kinderen met ASS (cases) en bij 197 controles, waarbij gematcht werd op geslacht. We gingen na wat de sensitiviteit, specificiteit en diagnostische oddsratio (DOR) van deze alarmsignalen zijn. De gegevensverzameling vond plaats voor de aanpassing van de JGZ-richtlijn in 2015 en daarom kon alleen de criteriumvaliditeit van de oorspronkelijke formulering van de alarmsignalen worden nagegaan. Resultaten: Uitgaande van alle kinderen was de DOR niet statistisch significant bij drie van de zeven alarmsignalen. Dit betekent dat we van drie alarmsignalen niet konden aantonen dat ze in staat zijn een onderscheid te maken tussen cases en controles. Bij zes alarmsignalen was de specificiteit 96–100% en de sensitiviteit 0–27%. Bij een alarmsignaal was de sensitiviteit 42% en de specificiteit 85%. Conclusie: Uitgaande van de oorspronkelijke formulering van de kenmerken zijn de alarmsignalen niet geschikt voor het opsporen van voldoende kinderen met ASS. Vervolgonderzoek is nodig om de nieuwe formulering van de alarmsignalen te valideren en na te gaan of andere (combinaties van) kenmerken uit het Van Wiechen-onderzoek wel kunnen bijdragen aan de vroegsignalering van ASS.
    • Correction
    • Source
    • Cite
    • Save
    • Machine Reading By IdeaReader
    16
    References
    0
    Citations
    NaN
    KQI
    []