Weteringweg 2 te Lathum : Bureauonderzoek en inventariserend veldonderzoek, karterend booronderzoek

Vuursteenvindplaatsen bestaan voornamelijk uit strooiing van fragmenten vuursteen en ondiepe grondsporen, zoals haardkuilen, en werden verwacht in de top van de pleistocene rivierafzettingen van de Formatie van Kreftenheye bedekt onder een laag holocene rivierafzettingen. Deze oude rivierafzettingen zijn niet aangetroffen tijdens het booronderzoek en bevinden zich buiten het bereik van de boringen. Aangezien de pleistocene rivierafzettingen niet zijn aangetroffen kan de onbekende verwachting voor vuursteenvindplaatsen uit het laat-paleolithicum tot en met mesolithicum worden gehandhaafd. Vanwege de ligging in een komgebied is in het bureauonderzoek aan de perioden neolithicum – vroege middeleeuwen een lage verwachting toegekend. In de boringen is daadwerkelijk komklei aangetroffen. In de komklei is geen potentieel archeologisch niveau aangetroffen. De lage verwachting voor de periode neolithicum tot en met de vroege middeleeuwen kan daarom worden gehandhaafd. Nederzettingsresten uit de late middeleeuwen tot en met de nieuwe tijd worden in het rivierengebied gekenmerkt door een oude woongrond (opgehoogde woonplaats). Dergelijke archeologische lagen zijn tijdens het booronderzoek niet aangetroffen. Daarom is de middelhoge verwachting voor nederzettingsresten uit de late middeleeuwen tot en met de nieuwe tijd naar laag bijgesteld.