Waardplantgeschiktheid van vlinderbloemige groenbemesters voor aaltjes
2003
Vanuit de literatuur kwam naar voren dat de teelt van vlinderbloemige groenbemesters het nadeel heeft dat met name wortellesieaaltjes (Pratylenchus penetrans), vrijlevende wortelaaltjes (Trichodorideae spp.) en wortelknobbelaaltjes (Meloidogyne spp) sterk vermeerderd worden. Op zandgronden is dit zeer ongewenst. Uit onderzoek van PPO blijkt dat het merendeel van de onderzochte vlinderbloemigen inderdaad hoge dichtheden plantenparasitaire aaltjes nalaat. Pratylenchus penetrans heeft op alle klavers en wikke een goede vermeerdering. De meeste klavers zijn ook voor de drie wortelknobbelaaltjes een goede waardplant. De enige positieve uitzonderingen zijn witte klavers (met name het ras Aran), die matige tot slechte vermeerdering geven. Een mogelijk onderscheidend gewas is voederwikke Hifa. Dit ras lijkt geen waardplant voor Meloidogyne chitwoodi, een matige waard voor Meloidogyne fallax, terwijl het voor Meloidogyne hapla een goede waardplant is. Bij Paratrichodorus teres zijn Alexandrijnse klavers en Perzische klavers veel minder vermeerderend dan de witte klavers. Omdat deze gewassen wel het TabaksRatelVirus kunnen vermeerderen, blijven ook deze groenbemesters risicovol. Een positieve uitzondering voor P. teres is voederwikke, waar zowel het aaltje als het virus slecht op vermeerderen. Vanuit aaltjesoogpunt is , ook op basis van actuele gegevens, de teelt van klavers op de lichte gronden nog steeds een risico.
Keywords:
- Correction
- Source
- Cite
- Save
- Machine Reading By IdeaReader
0
References
0
Citations
NaN
KQI