Toetsing van superkritische vloeistofextractie (SFE) voor PAK in grond
1997
Bij SFE werden de PAK onder superkritische condities
(verhoogde druk en temperatuur) met CO2 geextraheerd, waarna deze getrapt
werden op een vaste fase en vervolgens geelueerd met aceton. Deze methode
werd vergeleken met de conventionele aceton extractie en in beperkte mate
met een microwave assisted solvent extractie (MASE). De validatie van deze
drie methoden is vergeleken en de resultaten wijken onderling niet van
elkaar af, dit geldt zowel voor monsters met spike als voor veldmonsters. Deze methoden zijn toegepast op zandgrond-, bosstrooisel- en
zeekleimonsters. De gemiddelde recovery van alle PAK per zandgrondmonster
verschilden behoorlijk, voor SFE loopt dit uiteen van 65% tot 178% en voor
MASE van 46% tot 197%. De overall recovery voor zandgrondmonsters voor
beide methoden kwam goed overeen, namelijk 129% voor SFE en 126% voor MASE
in vergelijking met de acetonextractie. Voor de andere grondmonsters werden
vergelijkbare resultaten gevonden. Om de verschillen voor de individuele
PAk en type monsters te verklaren is de invloed van een een aantal
parameters nader onderzocht; het watergehalte en het organisch stofgehalte. Beide leken een invloed te hebben op de extractie efficientie van SFE, maar
deze invloed was niet in alle gevallen eenduidig. Ook de structuur van de
matrix speelde mogelijk een belangrijke rol.
- Correction
- Source
- Cite
- Save
- Machine Reading By IdeaReader
0
References
0
Citations
NaN
KQI